HELLEVOETSLUIS – Het feit dat de gemeente Hellevoetsluis de plannen voor een horecavoorziening annex discotheek aan de Zwartedijk aan de gemeentegrens met Westvoorne wil doorzetten, is voor de Vereniging Verontruste Burgers van Voorne (VVBV) reden geweest om op 23 januari een brief naar de gemeenteraad van Hellevoetsluis te sturen inzake hun zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan Discotheek N57.
De VVBV heeft al eerder bedenkingen tegen dit voornemen geuit en voegt daar het volgende aan toe.
VVBV: “De grootschalige horecagelegenheid aan de Zwartedijk schaadt het open poldergebied in ernstige mate en doet afbreuk aan de natuurwaarden in het gebied. De VVBV heeft om redenen van ruimtelijke aard voorgesteld de configuratie een kwartslag te draaien en dichter tegen de N57 aan te leggen met de parkeergelegenheid en de aan- en afvoerroutes tussen de bebouwing en de N57. De ontsluiting kan plaatsvinden via de Sliklandseweg. Dan zouden gebouwen en terrassen ook op het zuiden liggen. In de door u beoogde situatie is dat op het westen. Het argument dat daarmee de habitat van de boomvalk wordt verstoord overtuigt ons niet. Was dat echt gemeend dan zou men op de locatie N57/Zwartedijk geen grootschalige horeca met veel nachtelijke activiteiten moeten willen.
De VVBV blijft van mening dat een horecavoorziening van een dergelijke omvang moet worden gerealiseerd in een stedelijke omgeving. Als voorziening voor de jeugd zal de beoogde disco weinig raakvlak vertonen met de (financiële) mogelijkheden die jongeren hebben. Bovendien is de afstand tussen de stedelijke bebouwing en de disco moeilijk te overbruggen.
De beoogde locatie is ook in strijd met de Nota Horecahuisvestingsbeleid (20 januari 2010), waarin terecht wordt gesteld: ‘om te komen tot een gevarieerd en levendig uitgaansaanbod is clustering van de uitgaansvoorzieningen noodzakelijk’. Door vestiging van een disco in het landelijk gebied zal de betreurde verspreiding verder toenemen.
Een van de wettelijke eisen waaraan een plan moet voldoen is die van de uitvoerbaarheid. Welnu, de realisatie van een discotheek met daaraan ondergeschikte horeca-activiteiten is naar de mening van de VVBV in economische zin niet haalbaar. Overal in den lande worden discotheken gesloten omdat zich kennelijk bij de doelgroep een andere belangstellingssfeer heeft ontwikkeld.
De gemeente baseert zich op verouderd cijfermateriaal van twee jaar geleden; de onderliggende marktscan is zelfs 3,5 jaar oud. Geconcludeerd mag worden dat de verwachtingen zijn gebaseerd op verouderde getallen, die hun geldigheid door de sterk veranderde economische omstandigheden hebben verloren. Zelfs volgens deze verouderde getallen is de beoogde disco verliesgevend. En na compensatie met de volledige winst van de restaurants is het overall resultaat van het gehele complex nihil. Trouwens, hoe moet de compensatie plaatsvinden? Zijn de restaurantondernemers bereid hun winsten weg te geven om de financiële gaten van de disco te dichten? Men zal daarom de verliesgevende discoactiviteiten moeten afstoten en op kortere of langere termijn de discoruimten voor andere functies willen gebruiken, bijvoorbeeld voor congressen, kantoren of een hotel.
De VVBV ziet de bui al hangen. De disco wordt het breekijzer om voor de locatie een ander gebruik af te dwingen. In het ontwerp bestemmingsplan is daarvoor feitelijk al ruimte gemaakt. Door meer dan eens te refereren aan het bestemmingsplan Landelijk Gebied Hellevoetsluis maakt de gemeente het mogelijk dat het aanwezige bouwvlak van 1 hectare geheel mag worden volgebouwd met een hoogte van 12 m. Hoezo aan de disco ondergeschikte functies?
De VVBV wijst erop dat een wankele financiële situatie in de horeca kan leiden tot de instroom van zwart geld en tot een gelegenheid waar onderwereld en bovenwereld elkaar kunnen ontmoeten.
Het voorliggende plan voldoet niet aan de eis van de provincie dat de horecavoorzieningen ondergeschikt moeten zijn aan de discofunctie. Dit blijkt uit de jaarlijks te verwachten bezoekersaantallen, te weten 92.000 voor de discotheek en 320.000 voor de overige functies. Een der insprekers citeert één van uw deskundigen ‘dat gegeven het vloeroppervlak à 4050 m2 volgens de bedrijfsnorm 2 à 3 personen per m2 tegelijk in de discotheek aanwezig kunnen zijn.’ Dit resulteert in aantallen bezoekers, respectievelijk 8 à 12 duizend, die al in lengte van jaren niet meer tegelijk in discotheken worden waargenomen.
De VVBV kan niet anders dan concluderen dan dat de discofunctie ondergeschikt is aan de overige functies.
Zowel de provincie als de rijksoverheid staan niet toe dat op de in het geding zijnde locatie een economische knoop ontstaat. In zijn nota van beantwoording stelt het college van B&W: “Ten aanzien van de omvang van de discotheek, de ondergeschiktheid van de zalenverhuur, het wegrestaurant en het begrip economische knoop zijn in het principebesluit geen voorwaarden dan wel toetsingscriteria opgenomen.” Daarmee geven B&W impliciet toe zich ervan bewust te zijn dat er wel degelijk een economische knoop kan worden ontwikkeld. Dat B&W verzuimd hebben eigener beweging op zoek te gaan naar voorwaarden en toetsingscriteria wil niet zeggen dat ze niet bestaan. In ieder geval kan de Inspectie VROM – die namens de rijksoverheid reageert – zich geheel vinden in de stelling van de provincie dat het voorliggende ontwerpbestemmingsplan Discotheek N57 wel degelijk ruimte wordt gemaakt voor het ontwikkelen van een economische knoop.
In het voorontwerp bestemmingsplan Discotheek N57 gaat het om een bruto vloeroppervlak van 5250 m2. In het ontwerp bestemmingsplan wordt in de Toelichting een bruto vloeroppervlak van 4050 m2 genoemd, waarmee wordt gesuggereerd dat het bruto vloeroppervlak zou zijn verminderd. In de Bestemmingsregels op pg. 11 onder 3.1.1/a is het bruto vloeroppervlak toch weer 5250 m2. In haar reactie d.d. 5-7-’11 spreekt de provincie over een bruto vloeroppervlak van 5950 m2. In de Nota van beantwoording stelt de gemeente dat het gaat om een wegrestaurant van 1200 m2 en zaalaccommodatie van 700 m2. Er is dus ook volgens de gemeente sprake van een bruto vloeroppervlak van 5950 m2.
Dit is niet in overeenstemming met het gestelde in het ontwerp bestemmingsplan Discotheek N57. Wat is nu juist?
Uit het bestemmingsplan blijkt niet hoe B&W de gesuggereerde ondergeschiktheid van horecafuncties aan de discotheek denken te handhaven en met welke middelen. De gemeente heeft geen exploitatieovereenkomst met de Kramer Group gesloten (hoe wordt de eventuele planschade eigenlijk geregeld?). De anterieure overeenkomst met de Kramer Group is niet bij de stukken gevoegd zodat daar geen oordeel over kan worden gevormd.
Voorts kennen B&W zich een wijzigingsbevoegdheid toe om met 20% af te wijken van de maximale bouwhoogte bij het gedeelte dat op de plankaart staat aangegeven met een hoogte van 13 m. om het gebouw te ‘verfijnen’. De VVBV begrijpt niet wat hier wordt bedoeld. Stemmen B&W toe in het plaatsen van een disco lichtorgel bij wijze van flitsende reclame die tot op kilometers afstand zichtbaar zal zijn. Dan wel het bouwen van een bruidssuite om in hemelse sferen te geraken, dan wel andere vormen van brutale reclame-uitingen die het polderlandschap tot in de wijde omtrek zullen vervuilen. De VVBV vindt een hoogte van 13 meter al veel te ver gaan. Bij verder ophogen tot bijna 16 meter is dat gelijk aan een bouwhoogte van vijf etages. En dat in een vlak polderlandschap.
De lichtmasten mogen in de Regels tot een hoogte van 2.50 meter (3.2.2 onder b). In het hoofdstuk ‘Verkeer’; 5.2 Bouwregels; 5.2.1 onder b. wordt gesproken over lichtmasten waarvan de hoogte maximaal 6 meter mag bedragen. De VVBV vindt dat het gestelde onder 5.2.1/b. moet worden geschrapt.
En hoewel in de Toelichting wordt gesteld dat reclamezuilen niet mogen worden verlicht, is daarover in de Regels niets opgenomen.
En wat verstaan B&W eigenlijk onder ‘educatief medegebruik’? Een congrescentrum?
De VVBV is van mening dat B&W te veel de vrije hand krijgt om de uitbaters van de horecalocatie te gerieven.
Over de MER beoordeling zal de VVBV maar niet te veel zeggen. Maar over het gestelde onder het kopje Geurhinder willen wij toch het volgende opmerken. In de directe omgeving van de discotheek N57 werkt de gemeente Westvoorne op circa 300 meter afstand aan het tot stand komen van een mega melkveehouderij die, als het bestemmingsplan wordt goedgekeurd, op termijn zal uitgroeien tot 900 NGE’s. Daar de disco onder de meest heersende windrichting ligt zal de stankhinder substantieel aanwezig zijn, zeker op de terrassen. Hetzelfde geldt voor de mestopslag van Vijfwinkel aan het einde van de Gootse Middelweg tegen de N57 aan. Dit bedrijf, op minder dan 1500 meter van de disco gelegen, wordt in het stankoverzicht van de DCMR aangemerkt als overlast gevend bedrijf.
De VVBV vraagt zich af of de gemeente de Kramer Group en de vermeende uitbaters hiervan op de hoogte heeft gesteld. Zo niet, dan vergt goede trouw dat dit alsnog gebeurt.
Op grond van het bovenstaande vindt de VVBV dat beter kan worden afgezien van de plannen en verzoekt de Gemeenteraad het voorliggende ontwerpbestemmingsplan Discotheek N57 niet goed te keuren.”