REGIO – De Vereniging Verontruste Burgers van Voorne (VVBV) heeft op 7 februari een brief gestuurd aan het College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland om haar zienswijzen kenbaar te maken met betrekking tot de milieueffectrapportage (MER) voor de oprichting van de Shtandart Tank Terminal B.V. aan de Markweg te Rotterdam-Europoort, met het verzoek deze zienswijze in de overwegingen te betrekken.
Zienswijzen VVBV inzake de milieueffectrapportage (MER) voor de oprichting van de tankterminal Shtandart TT B.V. aan de Markweg te Rotterdam-Europoort
Met verwijzing naar het boekje “Mededeling Voornemen Shtandart – Tank Terminal Europoort West” gedateerd 23 december 2011 willen wij graag de volgende suggesties opbrengen ter aanvulling van de genoemde alternatieven (Hoofdstuk 3):
Dampverwerking
1. Dampbalancering
Bij het lossen van schepen wordt de damp / het gas in de opslagtank met vast dak teruggevoerd naar het schip in een gesloten systeem. Bij het beladen van een schip wordt de damp / het gas van het schip teruggevoerd naar de vast-dak-tank in een gesloten systeem. De damp/gasruimten van opslagtanks worden in groepen met elkaar verbonden. Potentieel voordeel: Er komen geen koolwaterstoffen waaronder benzeen, geen zwavelwaterstof en mercaptanen in de atmosfeer.
2. Dampterugwinning
In de beschrijving wordt uitgegaan van een dampverwerking met een nabehandelingstap met verbranding. Een alternatief zou zijn om de zwavelwaterstof en mercaptanen uit het afgas te wassen en chemisch te binden, of te absorberen. Potentieel voordeel: Minder kans op stankoverlast. Probleem: de verdere verwerking van verzadigd wasmiddel resp. absorptie materiaal. Het wassen en chemisch omzetten/binden van zwavelwaterstof en mercaptanen wordt toegepast in raffinaderijen. Wellicht is hier enige synergie mogelijk met de naastgelegen BP-raffinaderij.
3. Betrouwbaarheid
Omdat preventie van stank- en geuroverlast een heel belangrijke uitdaging zijn voor de terminaloperatie, dient bij de verdere bestudering veel aandacht gegeven te worden aan de betrouwbaarheid en de servicefactor van diverse opties, alsmede aan de back-up voorzieningen in geval van storing of langdurig buiten bedrijf zijn van dampterugwinnings-installaties.
Daklandingen en onderhoud
Uit de beschrijving blijkt dat de eerste inspectie van de 36 tanks na 5 jaar moet plaatsvinden, en daarna pas na 18 jaar. Om zoveel tanks in een korte periode voor een eerste inspectie op te moeten leveren verhoogt de kans op geur- en stankklachten in die korte periode. Het verdient aanbeveling om aandacht te besteden aan de effectiviteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de voorgestelde mobiele DVI ( dampverwerkingsinstallatie).
Verder willen wij ook onze zienswijzen kenbaar maken als het gaat om de effecten op het milieu (Hoofdstuk 4):
Afvalwater en regenwater contaminatie (4.3.2)
Tankontwerp
Het voorgestelde ontwerp voorkomt het inregenen. Daarnaast is er ook water aanwezig in de ruwe aardolie (BS&W). Het is niet duidelijk of de opslagtanks worden uitgerust met drainfaciliteiten voor dit water (zoals op sommige crude terminals in Europoort) of dat door middel van mixing dit water in de ruwe olie als emulsie wordt gebracht (zoals op de MOT). Uit milieu oogpunt gaat de voorkeur uit naar mixing, dus niet drainen.
Regenwater
Onduidelijk is of er een opvang voorzien wordt van met olie verontreinigd regenwater. Wellicht is ook hier voordeel te halen uit de wateropvang- en behandelingsfaciliteiten van de naastgelegen BP-raffinaderij.
Lucht (4.3.5)
Gesteld wordt dat de emissies in het MER met modelberekeningen worden bepaald. De ervaring leert ons dat modellen vaak de werkelijke overlast en/of schade niet kunnen verklaren. (Denk bijvoorbeeld aan geluidsoverlast in Oostvoorne, de stikstofdepositie in de duinen van Voorne). Daarom zouden wij graag zien dat de gebruikte modellen regelmatig geijkt worden en dat voorzien wordt in metingen op de locaties die overlastgevoelig zijn. Hoe zou men de VOS-emissie en de daaraan gerelateerde ozon-luchtkwaliteit simuleren? In dit verband is het gewenst om frequente metingen/monitoring met optische apparatuur voor te schrijven, mede gezien de recente affaire bij de tankterminal van Odflell in de Botlek.
Geur (4.3.6)
Ook hier geldt dat modellen naar onze mening weinig betrouwbaar zijn. Zwavelwaterstof en mercaptanen veroorzaken bij de geringste emissies ernstige stankoverlast en zelfs misselijkheid. Wij vinden het bij deze stoffen onjuist om de term “geur” te hanteren. Wij hoeven slechts te wijzen op de steeds terugkerende stankoverlast van VOPAK/Koch bij het Calandkanaal Rozenburg. Ook stankklachten over raffinaderijen worden doorgaans veroorzaakt door zwavelwaterstof en/of mercaptanen. Zwavelwaterstof en mercaptanen zijn goed te meten, reden waarom een permanente meting en monitoring zou moeten worden voorzien opdat directe opsporing en eliminatie van bronnen kan plaatsvinden. Klachten via de Meldkamer van DCMR moeten voorkomen worden en niet dienen als processignalering.